Gemarineerde lamschouder met aardappelgratin en spinazie in bechamelsaus

Ingrediënten

voor de gemarineerde lamsschouder

voor de aardappelgratin

voor de spinazie in bechamelsaus

Beginner
4 personen
Tussen 60 en 90 minuten
Belgisch
Hoofdgerecht

Bereiding

  1. Schil de aardappelen. Snij ze in dunne schijfjes. Dit gaat eenvoudig met een mandoline.

  2. Verwarm de oven voor op 190 graden Celsius. 

  3. Borstel de ovenschotel in met boter. Wrijf de bodem van de schotel in met een in twee gesneden teen look.

  4. Vul de schotel trapsgewijs op met een eerste laag aardappelschijfjes. Kruid ze met peper, zout en nootmuskaat.

  5. Leg er nu een tweede laag aardappelschijfjes trapsgewijs bovenop. Kruid ook die met peper, zout en nootmuskaat. Vul zo de schotel verder op.

  6. Meng de room met de melk. Giet over de schijfjes. Zorg dat de schijfjes net onder staan. Volg eventueel wat meer vocht toe, afhankelijk van de grootte van de schotel.

  7. Verdeel de gemalen kaas over de schotel.

  8. Bak 35 à 40 minuten in de voorverwarmde oven.

  9. Hak voor het vlees eerst de blaadjes van de rozemarijn en tijm fijn. Pel en pers de look fijn. Meng onder elkaar met het paprikapoeder en vijf eetlepels olijfolie.

  10. Wrijf de stukken vlees in met de marinade. 

  11. Warm een pan op. Voeg twee eetlepels olijfolie toe. Schroei het vlees langs alle kanten aan in de hete pan. Kleur mooi aan.

  12. Steek nog ongeveer tien minuten in de oven.

  13. Was de verse spinazie. Zwier droog. Neem een grote pot. Smelt een klontje boter in de pot. Voeg de spinazie toe. Stoof aan. Kruid met peper, zout en muskaatnoot.

  14. Maak de bechamelsaus. Smelt een eetlepel boter. Voeg twee eetlepels bloem toe. Klop tot een dik papje. Roer droog tot het naar koekjes ruikt. 

  15. Voeg een scheut melk toe. Roer alle klonters weg. Voeg terug wat melk toe en roer tot een egale massa. Laat opkoken en indikken tot de gewenste dikte. Kruid met peper, zout en muskaatnoot. Voeg de kaas toe.

  16. Giet de spinazie eerst af. Meng de spinazie onder de bechamelsaus.

  17. Haal de gratin en het vlees uit de oven. De gratin is klaar, als het mooi stevig is.

  18. Leg het vlees op een bord. Serveer met de gratin en de spinazie.

0
Nog geen stemmen