Barbecue: kolen versus gas
Hout, houtskool en briketten
Waarschijnlijk de meest authentieke manier van barbecueën.
Je kunt je barbecue aanmaken met hout. Alle harde houtsoorten zijn daarvoor geschikt. Zacht hout zou teveel rook geven.
En natuurlijk is er ook (gezuiverd) houtskool. Doordat houtskool heter wordt dan gas, krijgt het vlees meer de echte grillsmaak. Houtskool is ook vrij goedkoop. Het is echter vrij intensief om aan te steken en nadien warm te houden. Ook heb je nog veel afval achteraf.
Een goed alternatief op houtskool zijn kokosbriketten. Die zijn gemaakt van afval van kokosnoten en zijn daarom veel ecologischer dan houtskool. Ze zijn meer windbestendig, branden gelijkmatiger en ook langer (wel tot 4 uur). Het duurt wel iets langer om ze aan te steken en zijn ook wat duurder dan gewoon houtskool.
Om je barbecue een aangenaam geurtje te geven kan je speciale vuur-, rook- of Provençaalse kruiden op de gloeiende kolen strooien. Tegenwoordig zijn er zelfs versnipperde wijnranken verkrijgbaar die voor een heerlijk aroma zorgen.
Gas en elektriciteit
Een gasbarbecue is een wat grotere investering, maar daar staat wel tegenover dat je in een wip staat te barbecueën, zonder al dat gewapper en geblaas. Het is heel wat minder werk, en dit verlaagt de drempel dan ook om wat vaker te barbecueën.
Bovendien zijn gasbarbecues heel wat veiliger. Ze hebben ook meestal een deksel, waardoor je een soort van oventje creëert en alles gelijkmatiger kan garen. Denk aan de nieuwe mogelijkheden, bijvoorbeeld een pizza bakken op de barbecue!
Een argument waarvoor de meeste mensen nog kritisch tegenover de gasbarbecue staan is het dat je vlees niet die typische rooksmaak heeft. Maar daar hebben ze ook al iets op gevonden: tegenwoordig bestaan er gasbarbecues met een speciale rookkamer.
Er zijn ook barbecues die op elektriciteit werken. Deze zijn erg geschikt voor mensen die slechts over een klein terrasje beschikken. Let op: de elektriciteitsrekening kan zo wel snel oplopen!