België smaakt bitter
Denk maar aan witloof en spruiten, maar ook chocolade en bieren. En zijn dat nu net geen producten waar topchefs tegenwoordig volop meer werken? Zoet en vet zijn nochtans veel meer in onze dagelijkse kost aanwezig, voor bitter halen we vaak onze neus op. "Mensen tonen nochtans vrij grote genetische verschillen in het proeven van bitter", verklaart Bart Nicolai van de K.U.Leuven in Flandriamail. "Wat voor de ene zeer bitter smaakt en dus niet te harden is, valt voor de ander best mee." Wetenschappers maken een onderscheid tussen tasters, super-tasters en non-tasters. In Europa zou zo'n 30 procent van de bevolking non-taster zijn. Deze categorie proeft het bitter veel minder en heeft dus minder weerstand om bitter voedsel te eten, terwijl super-tasters overgevoelig zijn voor bitter en meer naar zoet en vet verlangen. Volgens de Logistieke en Administratieve Veilingassociatie (LAVA) hebben bittere stoffen ook een belangrijke rol als antioxidant. Zo draagt witloof bijvoorbeeld bij aan de dagelijks aanbevolen hoeveelheid van foliumzuur. Foliumzuur is vooral voor zwangere vrouwen belangrijk met het oog op de groei van de foetus. De mens kan zelf geen foliumzuur produceren en is hiervoor dus afhankelijk van de aanvoer via externe bronnen. We mogen het Belgische witloof en andere bittere specialiteiten dus best dankbaar zijn!