De Biersommelier - De L van Lager

dinsdag, 13 september, 2011 - 17:12

Het eerste pilsbier was Pilsner Urquell uit het Tsjechische stadje Pilsen, dat zijn naam gaf aan de bierstijl. Ik was er nog vorig jaar en deze brouwerij ademt nog altijd haar grote verleden uit. Brouwmeester Josef Groll had trouwens in 1844 geheel per toeval deze lage gisting uitgevonden. Hij had zijn brouwsels laten gisten in onderaardse kelders onder de brouwerij, het was er koud en het gist sloeg naar beneden. Het gevolg was dat hij een helder, uitgeklaard bier bekwam met een mooie gouden kleur. De gouden pils uit Bohemen was geboren. Daarvoor waren de bieren allemaal troebel, en donker. Ze werden gedronken in stenen potten, het uitzicht speelde toch geen rol. Maar met de blonde pils werd kleur en schuim wel belangrijk, en schakelden de brouwers meer en meer over op glazen. Want dan kon je ook visueel genieten van je bier. Met de opkomst van de koeltechnieken werd pils een wereldwijd verspreid bier. Heineken in 1865, bij ons was de eerste pils Cristal in 1928. Vandaag domineert pils de wereldproductie. Meer dan 95% van alle bieren zijn pils.

Bierisch

“Bierisch”of “bierig”is een term die wijst op de gezellige ambiance die rond pilsbier hangt. Om dat echt te proeven moet je maar eens een volkscafé binnengaan waar er nog rondjes aan de toog worden gegeven. Of als je echt de tranen in de ogen wil krijgen, ga eens naar het Oktoberfest in München. Dat is pas “bierisch’. Pullen van één liter bier (ein Masch) worden rondgedragen door rondborstige deernes in traditionele dirndl (typische Beierse rok, schort en blouse met reuzedecolleté) terwijl de bierliefhebbers aan lange tafels het glas heffen ‘ Ein, Zwei, Prosit”’ en blaaskapellen traditionele Duitse muziek spelen. Dat is pas ambiance! Dat er zoveel jeugd op af komt, die zich voor de gelegenheid in lederhosen en dirndl uitdossen, bewijst dat de jongeren ook behoefte hebben aan echte tradities, en niet alleen in een virtuele wereld willen leven.

Bier brengt mensen bij mekaar, dat proef je nergens zo intens.

Drink less, taste more

Het is voor een stuk spijtig dat onze consumptie van pils serieus teruggevallen is. Van 130 liter per capita in het begin van mijn carrière tot de magere 78 liter per hoofd waarop we nu, dertig jaar later, zijn teruggevallen. Het heeft te maken met de verhoogde sofisticatie van de consument. We hebben geen koolmijnen, geen zware industrie meer. Mensen zitten de hele dag achter een scherm en hebben dan geen zin meer om- zoals vroeger- na het werk een aantal pilsjes achterover te kappen. Ze zullen eerder één biertje drinken, maar dan een trappist of een duvel. Minder, maar met meer smaak. En duurder. Sommige brouwers proberen dan maar die pilsdrop te compenseren door een biertje van 0 graden te maken met een vleugje limoen, en komen zo in de frisdranksfeer terecht. Of dat de goede weg is, daar heb ik mijn grootste twijfels over. Ik denk dat we gewoon moeten aanvaarden dat het andere tijden zijn. Horecabezoek is minder evident geworden, je mag er niet meer roken, op de weg naar huis wordt je al te vaak gecontroleerd, het verbruik verplaatst zich meer en meer naar de huiskamer. Thuistapjes, wegwerpvaatjes….ik zie de toekomst eerder daar in, hoewel er niets boven de ambiance van een goed café gaat. Maar kunnen die nog overleven zonder maaltijden en rookruimtes? Het wordt moeilijk. We zijn op dezelfde dertig jaar van 1 café per 300 inwoners naar 1  per 600 gegaan. En in Nederland is het 1 per 1200  inwoners! En dus wordt er ook minder pils gedronken. Ik vrees dat dit er niet op gaat verbeteren.