De oorsprong van ... Halloween
De Kelten geloofden dat op die laatste zomerdag de geesten van de mensen die het vorige jaar gestorven waren, terug zouden komen op zoek naar levende mensen die zij dan het jaar daarna konden bezitten. De Kelten geloofden dat dit de enige manier van leven na de dood was. Dat riep de nodige angst op. De Kelten wilden niet dat de geesten hun lichaam zouden inpikken, en om er dus voor te zorgen dat de geesten hun lichaam niet zou kiezen, deden de mensen allerlei vreemde en oude vodden aan, en droegen dierenhuiden en maskers om zich onherkenbaar en lelijk te maken om zo de dode geesten af te schrikken.
Ook doofden ze alle vuren in hun huizen want ze dachten dat de geesten hun lichamen dan niet meer wilden hebben omdat ze zo koud en ongastvrij waren. Ook maakten ze veel herrie, waarmee ze hoopten de geesten weg te jagen en duidelijk te maken dat ze niet welkom waren. Tijdens de Samhain werden door de druïden (de toenmalige Keltische priesters) op de heuvels grote vuren aangestoken om de levenden te beschermen tegen de kwade geesten en de zielen van de overledenen te begeleiden naar het land der doden. Na het feest droeg iedereen het nieuwe vuur in een uitgesneden biet weer naar zijn eigen huis.
Toen het Christendom later in Engeland kwam moesten deze Keltische, heidense feesten verdwijnen maar omdat het de Katholieke kerk niet zomaar lukte om deze heidense dagen van de Kelten af te schaffen, namen ze veel van de gebruiken van de Kelten over en deden alsof die van henzelf waren.
Van 1 november maakten ze Allerheiligen, (in het Engels: All Hallows Eve) om alle helden en martelaren te eren die nog niet heilig verklaard waren, en 2 november werd Allerzielen, de dag waarop alle "gewone" mensen werden herdacht. Het woord Halloween is dan ook afgeleid van "All Hallows Eve",- de avond voor het Katholieke "Allerheiligen".
In de 19e eeuw werd het Halloweenfeest door immigranten uit Engeland, Schotland en Ierland naar Amerika gebracht. Bij gebrek aan bieten in Amerika, gebruikten ze pompoenen en ook vonden de immigranten de pompoenen veel mooier. Ook was de pompoen meer geschikt om uit te hollen.
Pompoenen, die nu een vast onderdeel zijn geworden van Halloween, zijn een typisch Amerikaanse toevoeging, aangezien pompoenen niet in Europa bekend waren. De traditie van de lampion (in het Engels: een Jack-O'-Lantern) komt waarschijnlijk van een verhaal uit de Ierse folklore:
Volgens dit verhaal was er een man die Jack heette en deze Jack stond bekend als dronkaard en een bedrieger, die op een slimme manier de duivel in een boom zou hebben gelokt en gevangen. Hij beloofde de duivel weer vrij te laten maar deed dat echter niet. Toen Jack dood ging mocht hij niet naar de hemel omdat hij een te grote dronkaard en slechterik was. Maar hij mocht ook niet naar de hel omdat hij de duivel had belazerd. Om de duisternis en de kou te overwinnen kreeg hij van de duivel wat hellevuur toegeworpen, die Jack plaatste in een uitgeholde biet om hem langer te laten branden. Volgens Ierse folklore doolt Jack nu 's nachts op de aarde rond met zijn vuur in een biet: Daarmee is de Jack-O'-Lantern (de lampion )ontstaan.