Bijna winter: Gloeien van Glühwein

maandag, 15 december, 2014 - 11:24
wijntips

Tip 1: Wie gloeit mee?

Glühwein (letterlijk vertaald= gloeiwijn) is een warm geserveerde drank die vooral in deze eindejaarsperiode bij ons op kerstmarkten plots heel populair wordt, maar zijn heimat heeft in Centraal en Oost-Europa. Eigenlijk in alle landen die strenge winters kennen waar zo’n alcoholische, met kruiden geparfumeerde en opgepepte hartverwarmer een must is. De basisreceptuur is eigenlijk makkelijk: men heeft rode, maar vaak ook witte, wijn nodig, die vervolgens wordt verwarmd en trekt met kaneel, kruidnagel, steranijs en citruszeste, eventueel nog extra gezoet via (liefst bruine) suiker of honing.

Tip 2: Variaties op het basisrecept

Rode/witte wijn, kaneelstokjes, enkele kruidnagels vormen de basis van deze winterdrank, maar hierop zijn nog vele variaties mogelijk. Zo kan de citruszesty toets verkregen worden van de schillen van – bij voorkeur onbespoten – citroen of sinaasappel, maar ook door er enkele mandarijntjes of het sap ervan aan toe te voegen. Ook enkele schijfjes gember, een vanillestokje, nootmuskaat of kardemompeulen kunnen voor extra punch zorgen. Verder worden in de meeste recepten ook enkele blaadjes laurier toegevoegd en meestal ook een sterke drank, zoals enkele centiliters cognac. En natuurlijk ook water, om te vermijden dat uw gasten straks op een brancard moeten buitengedragen worden.

 

Tip 3: Gebruik degelijke basiswijn

Of u nu voor de rode of witte versie gaat: de kwaliteit van de basiswijn telt wel degelijk. Soms hoor je nog het cliché: “ach, om het even welke basiswijn er in de glühwein verdwijnt, dat heeft toch geen belang, want door al die kruiden en kaneel proef je het verschil toch nooit!” Fout, want we hebben zelf al meermaals de test gedaan en onze proefkonijnen diverse types en kwaliteitsniveaus wijn gegeven om hun gloeiwijn te bereiden. En altijd bleek dat, naarmate de basiswijn steviger en fruitrijker was, ook het gekruide eindresultaat lekkerder smaakte. Niet dat glühwein automatisch een grand cru van 20 à 30 euro verdient, want ook dat is zonde, maar zure, slechtgemaakte rommelwijn zal nooit een lekker eindresultaat opleveren. Overigens, naarmate u krachtiger en betere basiswijn inschakelt, moet u uw glühwein ook minder fanatiek zoeten, om zo de (zure, magere) smaak te maskeren. 

Tip 4: Koken is taboe

Cruciaal als we lekkere glühwein willen bereiden is dat de drank tijdens zijn bereiding wel wordt verhit tot circa 70 à 75°, maar nooit aan de kook wordt gebracht. Want vanaf circa 80°C verdampt de alcohol, die net de pretfactor vormt. En missen we zo ons doel.

Tip 5: Laat prefab links liggen

Niet dat kant-en-klare glühwein ondrinkbaar is, verre van, maar persoonlijk zou ik nooit zo’n industriële prefabversie kopen. Ten eerste omdat veel van deze producten een lager alcoholpercentage bezitten dan de huisgemaakte versies, want meer ‘verwaterd’ zijn. Maar ten tweede ook omdat het zelf met familie of vrienden bereiden van deze winterdrank nu net voor extra plezier en ambiance zorgt. Alleen al die geur van zoete kaneel die in de keuken hangt… En voor de ganse bereiding hebben we uiteindelijk slechts een klein halfuurtje nodig, dus we hoeven heen keukenprins(es) of meesterbrouwer te zijn.

Tip 6: Drinken op het juiste moment

Glühwein drinken we liefst lekker warm uit een mok of beker, bij voorkeur niet uit een wijnglas. De timing is ook belangrijk: wie bijvoorbeeld 2 à 3 glazen van deze kruidige winterdrank drinkt voor de maaltijd, zal daarna niemendal meer proeven van de geserveerde wijnen. Want deze geparfumeerde kaneel- en alcoholbom metselt automatisch uw smaakpapillen dicht. Ook er bij “eten’, is quasi-onmogelijk, tenzij koekjes zoals Madeleines.