Ontkurkt - Cabernet franc, het zwarte schaap

dinsdag, 13 september, 2011 - 17:11


Tip 1: Miskende papa

Doe de test bij vrienden ‘kenners’. Vraag naar de bekendste blauwe druif en in zeker 6 op de 10 gevallen zal Caberenet Sauvignon hun hitparade aanvoeren, gevolgd door Merlot, eventueel Grenache of Syrah. Maar Cabernet franc zal zelden in dit lijstje blinken. Dat lijkt het (nood)lot van deze nochtans waardevolle variëteit, die zelfs in Bordeaux commercieel in de schaduw van de Cabernet Sauvignon blijft hangen waarmee hij meestal wordt gemengd. Om deze zwarte schaap-positie te illustreren: lang werd gedacht dat beide Cabernets broertjes waren, tot in 1997 DNA-onderzoek bevestigde dat de Cabernet franc, samen met de witte Sauvignon Blanc, integendeel eigenlijk het ouderpaar vormde van de Cabernet Sauvignon. Van je kinderen moet je het hebben…

Tip 2: Viva La France

Cabernet franc staat globaal aangeplant, maar zijn hoofdkwartier staat wél nog altijd op Franse bodem. Met voorop  Bordeaux waar de Cabernet franc echter vooral de assistent blijft van de almachtige Cabernet Sauvignon. Een mengdruif kortom, die de populairdere druivenrassen moet aanvullen. Wat absoluut niet negatief bekeken moet worden, want in de legendarische en peperdure château Cheval Blanc bvb. domineert jaarlijks 60% Cabernet franc en ook in twee andere luxekastelen - Ausone en Lafleur - maakt deze druif circa 50% van de eindmix uit. Maar buiten de Bordelais vinden we deze variëteit als solo-botteling vooral terug in de Loire-vallei (zie verder) en in Italië, vooral dan Friuli, maar steeds vaker ook Toscane zoals de modieuze herkomstbenaming Bolgheri. Daar kan de Cabernet franc namelijk zijn persoonlijk fruittemperament voluit tonen. Frankrijk blijft wel de slokop qua oppervlakte wingerds, die vooral liggen in de Libournais, de Loire-vallei (waar de druif als Breton bekend staat) en Le Sud-Oeust, zoals de AOC Madiran, waar men de Cabernet franc eerder Bouchy noemt. Verder speelt Cabernet franc ook een (soms qua oppervlakte beperkte) rol in Australië, Nieuw-Zeeland, Hongarije, Kosovo, Argentinië, Roemenië, Kazakhstan, Zuid-Afrika, Chili en China. In de V.S.A. tenslotte wordt de Cabernet franc vaker als mengdruif aangewend in o.a. Washington State, Californië, Long Island en New-York.

Tip 3: Liefdesaffaire met de Loire

Voor wijnmakers bezit de Cabernet franc een groot voordeel, buiten zijn hogere productiviteit en vroegere rijping: deze druivenstok kan, veel beter dan de Cabernet Sauvignon, perfect overleven in een koel klimaat met zelfs strenge winters. Alleen voor de lentevorst is hij heel gevoelig. Deze overwinterkwaliteit maakt dat de Cabernet franc zich niet alleen enorm happy voelt in de Libournais (Bordeaux) maar vooral ook de in Centrale Loire-vallei. Binnen de lokale appellaties van  Chinon, Bourgueil, Saint-Nicolas-de-Bourgeuil, Anjou-Villages of Saumur-Champigny - appellaties die tegenwoordig ook talrijk in onze Belgische rekken liggen - vinden we zo de essentie terug van wat deze druif aromatisch en smaakmatig kan. Volgens de overlevering was het trouwens kardinaal Richelieu die de eerste druivenstokken Cabernet franc uit het Zuid-Westen meenam en introduceerde bij de abdij van Saint-Nicolas-de-Bourgeuil. Een serieuze erfenis, want wie in 2011 authentieke Cabernet franc wil drinken, kan niet rond deze Loire-appellaties. Kloeke wijnen, dat wel, maar met veel puurheid.   

Tip 4: Hoe moet de ‘franc’ smaken?

Cabernet franc vinden we - buiten in de ‘blends’, dus gemengd met andere druiven - solo in alle maten en gewichten. Van heel lichte, fruitzotte wijntjes, over kruidige, soms boerse rosé tot heel krachtige, tanninerijke bewaarwijnen. Als de wijn correct werd gemaakt, kan u er vaak frambozen, bosaardbeien, zwarte besjes, violette, ceder, tabak en specerijen in herkennen. Maar als het tegenzit, ontkurken we een wijn die vooral aromatisch heel vegetaal geurt naar groene paprika, druivenstengels en struiken. Cabernet franc bezit meestal wel een vinniger fraîcheur dan de gemiddelde Cabernet Sauvignon, wat hem tot een meid-voor-alle-werk aan tafel maakt vooral bij een flink stuk rood vlees of stoverijen. Eerlijk gezegd vinden we Cabernet franc altijd eerder een maaltijdwijn (die dus begeleidende schotels nodig heeft om zich te tonen), dan een fles om zo bij de open haard te genieten. Met als surplus dat de betere cuvees absoluut mooi kunnen ouderen in uw kelder, alhoewel men in bepaalde literatuur nog steeds het tegendeel beweert.  Eén tip nog: schenk een pure Cabernet franc nooit té warm. Een plafond van 16°C is perfect.