Ontkurkt - Drinken met Jezus

dinsdag, 13 september, 2011 - 17:12


Tip 1: Groene jongens

De typisch Italiaanse druivensoort Verdicchio, met heimat in de Marche, is één van die variëteiten die zelfs is doorgedrongen in de appellatienaam en daar consequent droge, limoenfrisse witte wijnen oplevert. En in sommige gevallen ook spumante, zoetere passito-wijn of eikgeklagerde, rijpere exemplaren die dan eerder impressies van boter en honing geven. Maar het gros van de productie bestaat uit beendroge, met wit fruit,  amandel en frisse zeste beladen cuvées die bij voorkeur jong worden geconsumeerd. De meest gekende en kwalitatief beste incarnaties daarvan vinden we, ook in onze rekken, doorgaans terug onder de doopnaam Verdicchio dei Castelli di Jesi of als Verdicchio di Matelica. De druivennaam zelf werd trouwens afgeleid van ‘verde’ (groen), verwijzend naar de kleur van de schil en de vaak groenglanzend strogele kleur van de uiteindelijke wijn. Alhoewel: sommige Verdicchio’s lijken wel parelmoer kleurloos i.p.v. groen.

Tip 2: Oude wortels

Verdicchio is trouwens ook een ‘oude’ variëteit, want historische documenten tonen aan dat ze reeds in de 14de eeuw volop in de Marche aangeplant stond. Volgens sommige bronnen zou de druif echter reeds uit de 7de eeuw dateren en van daaruit naar de rest van Centraal-Italië uitgewaaierd zijn, vooral waar zanderige kalkbodems aanwezig zijn. Dat is namelijk het geknipte biotoop waarop deze druif gedijt. Alhoewel dus met grote zekerheid effectief ontstaan in de Marche, bestaat er toch een genetische relatie met andere druiven zoals de Trebbiano (Lombardije) en de Greco (Campanië).

Tip 3: 1001 gezichten

Welke Verdicchio kunnen we tegenwoordig uit de rekken plukken? De DOC Verdicchio dei Castelli di Jesi, gesitueerd in de provincie Ancona op enkele tientallen kilometers van de Adriatische kust, is met zijn 3.000 hectare wijngaard de grootste volumeproducent en ook al jaren vlot in België verkrijgbaar. Maar opgelet, we vinden zowel hemelse zeste-engeltjes, als tegenvallend saaie, zurige duiveltjes. De Verdicchio, die hier soms nog in die klassiek, slanke Etruskische amforafles wordt verpakt, kan inderdaad heel variabel van kwaliteit zijn, evenals qua prijs. De druif blijkt namelijk gevoelig voor klimaatsgrillen en ook de rendementen verschillen soms aanzienlijk, wat we achteraf duidelijk proeven in ons glas (en onze portemonnee). Vandaar dat velen automatisch kiezen voor de op papier betere versies, de hoger gequoteerde ‘Classico’ of zelfs ‘Classico Superiore’, afkomstig uit een afgebakend subgebied en gegarandeerd lager qua rendement, dus fruitgeconcentreerder. Om recht te hebben op de basisappellatie Verdicchio dei Castelli di Jesi moet de wijn trouwens minimaal 85% van deze variëteit bevatten.   

Tip 4: Broer mikt stilaan hoger

Maar Jezus heeft ook een broer, die door veel kenners en liefhebbers hoger aangeschreven staat, vaak trouwens ook duurder uitvalt. Wie meteen kiest voor een Verdicchio di Matelica, uit de aangrenzende provincie van  Macerata dichtbij Umbrië en qua oppervlakte maar 1/10 van grote broer ‘Jezus’, heeft inderdaad meer kans op kwaliteit. De appellatieregels zijn hier namelijk een stuk strenger, terwijl de beste wijngaarden er gedrapeerd liggen op de heuvelruggen van de Esico-vallei. Dat komt de fruitkwaliteit ten goede. Recent werden de Verdicchio’s uit dit slechts 300 hectare wingerd tellende gebied trouwens gepromoveerd tot DOCG, de hoogste kwaliteitstrap van de Italiaanse wijnbouw. Daardoor liggen de toegelaten rendementen ook een stuk lager.

Tip 5: Verdicchio is veelzijdig

Gezien zijn citruskarakter, vrij hoge aciditeit en amandelbittere toets, doet de Verdicchio het om te beginnen schitterend bij rauwe visschotels, zoals sushi, sashimi of de lokale specialiteit van de Marche, de crudo. Maar daar stopt het niet bij, want ook bij gevulde/gegrilde groenten, tempura, rijke soepen zoals minestrone, pasta al vongole, gegrilde vis of kalfsvlees houdt de Verdicchio pico bello stand. Een bord Vitello tonnato en het zal wel klikken. Schenk hem ook bij stevige schapenkazen zoals Pecorino of (Spaanse) Manchego. Of als een hyperfris aperitief, natuurlijk, bij wat tapas of knabbels.