Ontkurkt - Rode bourgogne zonder financiële kater

dinsdag, 13 september, 2011 - 17:10


Tip 1: wat zoeken we?

Wie rode bourgogne zegt, zegt automatisch pinot noir. Eén van de oudste gecultiveerde druiven op onze planeet, maar ook een moeilijk te bewerken variëteit. In ons glas moet ze het namelijk niet zozeer hebben van haar spierkracht, eikaccent of overdosis tannines (de bittere smaakcomponent), maar wél van haar fruitig bessenkarakter, haar aroma's van o.a. framboos, aardbei, viooltjes of rozen en vooral haar finesse.

Tip 2: de pinot noir is een globetrotter

Alhoewel pinot noir in de Bourgondische Côte d'Or - de strook tussen Dijon en Beaune - haar summum bereikt, treffen we deze druif wereldwijd aan. In Italië (pinot nero uit o.a. Trentino, vaak een lookalike van bourgogne), Duitsland (als Spätburgunder), de V.S.A. (vooral uit Napa Valley en Oregon), Australië (vooral in de koelere appellaties rond Adelaide en in Western Australia), Chili, Zuid-Afrika, Oostenrijk, Zwitserland, Spanje en Oost-Europa.
Probeer ze gerust. Misschien wel de mooiste concurrenten voor klassieke bourgogne worden tegenwoordig echter in Nieuw-Zeeland geproduceerd, waar de terroirs en het microklimaat prima geschikt blijken voor deze koppige druif. Betrouwbaar zijn wijnen uit Marlborough, Martinborough, Gisborne, Central Otago, Hawke's Bay of Nelson. Eén schaduwkantje: de beste flessen uit Nieuw-Zeeland zijn tegenwoordig bijna even duur als hun Franse neefjes.

Tip 3: Beaujolais is back

Wie origineel wil zijn, laat zelfs de basisdruif pinot noir links liggen en kiest voor een appellatie die grotendeels eenzelfde smaaksensatie brengt, maar wel een stuk goedkoper blijft: de Beaujolais, waar de gamay-druif koning is. Zeker in nu volop beschikbare mooie oogsten als 2009 en straks 2010 blijken vooral de tien crus (zoals Fleurie, Morgon, Brouilly,...) veel betaalbare fruitbommetjes af te leveren, met prijskaartjes tussen de 8 à 15 euro en een kwaliteit waar veel 'echte' bourgognes een puntje kunnen aan zuigen. Crus die bovendien niets, maar dan ook niets, te maken met de soms limonadeachtige Beaujolais Nouveau of Primeur. Vergeet dus snel dat cliché.