Ontkurkt - Sicilia: uit de schaduw van de vulkaan

dinsdag, 13 september, 2011 - 17:11


Tip 1: Kwantiteit i.p.v. kwaliteit

Sicilië, het eiland aan de ‘voet van de laars’, komt op wijngebied van ver. Tot diep in de 20ste eeuw werden er vooral grote volumes diepgekleurde, alcoholvurige, zwoele en robuuste hulkwijnen geproduceerd, die vaak bestemd waren als mengproduct om andere Italiaanse wijnen op te krikken. Bovendien werd (en wordt nog steeds) een groot deel van de druivenproductie verstookt tot (industriële) alcohol, dus lang was er van een kwaliteitsbewustzijn geen sprake.

Maar vandaag ziet het plaatje er helemaal anders uit. Met zijn circa 125.000 hectare wijngaard in exploitatie is Sicilia qua volume nog altijd één van de ‘groten’ in de Italiaanse wijncultuur, na de Veneto en Emilia Romagna. Naast de vaak hypermoderne, grootschalige en nog altijd dominante coöperatieven, vinden we er tegenwoordig ook veel kleinschalig werkende wijnboeren en boutique wineries, die steeds mooiere producten afleveren. Ondanks de omvang van het wijnbouwgebied heeft Sicilia de voorbije decennia wel serieus gesneden in zijn productievolume: van circa 10 miljoen hectoliter op jaarbasis naar nu circa 6 miljoen hectoliter. Ook dat wijst op meer focus op kwaliteit.

Tip 2: De kentering

Vanwaar plots die nieuwe stijl? Het eiland, bijna even groot als België, kent verschillende soorten terroirs en microklimaten, die nu meer dan vroeger erkend worden. Meestal vinden we bodems van klei gemengd met kalk(steen), maar rond de Etna is het terroir uiteraard eerder vulkanisch. Qua klimaat zijn het noorden en oosten van Sicilië beduidend koeler en minder droog dan de rest van Sicilië, waar het inderdaad soms stoofheet kan worden. En niet te vergeten: het eiland wordt omgeven door maar liefst 3 zeeën, namelijk de Middellandse Zee, de Ionische zee en de Tireense Zee, die vooral de kustwijngaarden de nodige afkoeling geven. Met andere woorden: het eiland bezit genoeg geloofsbrieven en natuurelementen om moderne wijn voort te brengen. We sommen ze even op: het heuvelachtig en bergachtig terrein met arme bodemtypes - waardoor de wijnstokken dus diep moeten wroeten voor hun voedsel, wat kleinere, maar betere oogsten oplevert - , overvloedige zon, weinig neerslag plus nog eens voldoende schommelingen tussen de dag -en nachttemperaturen, wat altijd de fraîcheur ten goede komt. Toch wordt dit potentieel pas een dikke 10 jaar écht geëxploiteerd. Dat komt o.a. omdat ook nieuwe investeerders en topoenologen zoals Alberto Antonini, Riccardo Cotarella of Carlo Ferrini plots inzagen dat Sicilia een ‘ongeslepen juweel’ was op wijngebied.  Zij brachten er moderne ideeën en technieken, plus vers kapitaal binnen. Vooral de Noord-Italiaanse en Toscaanse wijnbedrijven hebben recent veel geïnvesteerd in Sicilia, waar ze haast uitsluitend appellatiewijnen produceren.

Tip 3: Ruimte voor improvisatie

Maar wat de Siciliaanse wijn van vandaag extra boeiend maakt, is dat de wijnbouwers een prima balans hebben gevonden tussen autochtone en allochtone druivenvariëteiten. In andere regio’s sprong men ofwel op de trein van alleen maar de trendu druiven of hield men integendeel koppig vast aan de ‘eigen’ soorten, maar de Sicilianen proberen the best of both worlds mee te pikken. Enerzijds vinden we mooie flessen gevuld met de internationale en vaak modieuze druiven als Syrah, Cabernet Sauvignon of Chardonnay, maar anderzijds ook lokale rassen die we vaak nergens anders aantreffen waaronder de Cataratto, Grecanico, Grillo, Inzolia, Zibibbo, Damaschino, Perricone (Pignatello) of Frappato.

Dat er veel geëxperimenteerd en vernieuwd wordt, blijkt ook uit het feit dat Sicilië 6 zogenaamde IGT-wijnen kent. IGT is de afkorting voor Indicazione geografica tipica, een classificatie die over veel meer vrijheidsgraden beschikt dan de 23 officiële appellaties (22 als DOC, 1 als DOCG). In een IGT-wijn kan de wijnmaker zich nog meer uitleven en naar eigen goeddunken druiven blenden of spelen met de eikfactor, waar een DOC(G) hem meer productieregels oplegt. Het vaakst zullen we trouwens de IGT di Sicilia in onze rekken aantreffen.

Tip 4: Proeven van de Etna

We een complete leek is wat Siciliaanse wijn betreft, kan best beginnen in rood met cuvees van de Nero d’Avola. Het eiland brengt tegenwoordig echt fraaie wijnen voort van deze druif, van eenvoudig fruitig tot gespierd en complex. In wit vinden we, ook in onze Belgische handel, genoeg fruitige en frisse exemplaren op basis van de Cataratto,  Inzolia of Grillo. Maar wie al een stapje verder staat qua kennis en echt iets origineels wil proeven, moet toch eens een fles uit de DOC Etna kopen. Want ook op de flanken van deze vulkaan worden, zij het op kleine schaal, druiven verbouwd. Altijd wijnen met veel mineraliteit en karakter die bijvoorbeeld prima passen bij gegrilde of gefrituurde vis, risotto, kip, zachte kaas en kalfsvlees (wit) of pasta’s met rijke vleessaus, lamsvlees, schapenkaas, gevulde groenten (rood).