Ontkurkt - Vin de France: De nieuwe sterappelatie?

vrijdag, 25 oktober, 2013 - 15:28

 

Tip 1:  De oorsprong

In 2010 introduceerde de Franse wijnwetgever de mogelijkheid om voortaan wijnen onder de noemer ‘Vin de France’ te bottelen. Een soort supersoepele basisbenaming die wijnhuizen konden hanteren om goedkopere merk -en instapwijnen te produceren, die de concurrentie aankunnen met de vele merkwijnen uit de Nieuwe Wereld die Europa overspoelen.

Want deze generalistische benaming geeft de wijnmaker enorm veel vrijheid om de druiven te mengen die hij wil – zelfs uit diverse streken -, zelf de duur van de eventuele vatlagering te bepalen of de rendementen per hectare. De wijnmaker mag wel bijvoorbeeld een druivensoort op het etiket vermelden en zelfs een oogstjaar, maar géén specifieke regio of appellatie van oorsprong.

In een land dat een rijke traditie heeft van heel duidelijk afgebakende geografische appellations d’origine controlées (AOC), en daar heel zijn commerciële reputatie op bouwde, was dit een echte paleisrevolutie. 

Tip 2:  Naar Italiaans rolmodel

Maar de categorie die vooral bedoeld was voor de populaire tafelwijntjes – ‘Vin de France’ verving trouwens het oudere ‘Vin de Table’ op het label - , heeft plots ook een andere dimensie gekregen: het  wordt stilaan ook de verzamelplaats van eigenzinnige, naar kwaliteit mikkende wijnbouwers. Met natuurlijk ook de bijhorende hogere prijskaartjes. Waar de meeste Vin de France uit de startperiode voor 5 à 10 euro in onze rekken belandden, is er nu ook een gamma dat rond de 15 à 20 euro zweeft. En echt fantastische cru’s bevat.

Een beetje in de traditie van de Italiaanse vino da tavola uit de jaren ’80 en ’90, toen ook veel wijnmakers uit de officiële DOC’s (appellaties) stapten en hun soms lekkerste (en duurste) wijn dus liever als ‘simpele’ tafelwijn etiketteerden. En daar trouwens enorme successen mee boekten.

Tip 3:  Leve de dwarsliggers!

Wie zijn die dwarsliggers die hun cuvées liever bottelen onder het wat anonieme ‘Vin de France- etiket dan onder een officiële, toch chiquer klinkende, appellatie?

Enerzijds wijnmakers die de vrijheidsgraden van deze soepele categorie maximaal willen uitbuiten. Hun doel is immers een merk -of massawijn te leveren. Bijvoorbeeld: door een rosé samen te stellen uit druivenmateriaal van Corsica, de Languedoc en de Loire. Zo kunnen ze de prijs per fles laag houden en toch voldoende kwantiteit garanderen.

Anderzijds zij die zich héél doelbewust willen onderscheiden van de overige domeinen in hun appellatie. Bijvoorbeeld: omdat ze vinden dan het imago ervan niet strookt met de hogere kwaliteit die ze afleveren. Zo proefde ik onlangs een fantastische Gamay uit de Loire, die normaal als ‘Gamay de Touraine’ zou verkocht worden. Maar de nieuwe generatie wijnmakers van dat specifieke domein produceert van een piepklein perceel, vol oude druivelaars, een supercuvée met ultra-lage rendementen, dus ongezien geconcentreerd en fijn voor deze druivensoort en streek. En dus om niet geïdentificeerd te worden met de soms nogal banale, oppervlakkige Gamay-wijnen uit Touraine, verkiezen ze hun wijn onder ‘Vin de France’-vlag te commercialiseren. Als signaal voor kwaliteit.

Tip 4:  Hoe kiezen?

Er schuilen dus echt enorm contrasterende stijlen en kwaliteitsniveaus onder deze ‘Vin de France’-paraplu. Hoe kan u weten wat u precies koopt? Eigenlijk is vooral de prijs een indicator. Vin de France van 5 à 7 euro zal doorgaans een volumeproduct zijn. Soms héél prettig en fruitspeels, maar zelden complex of om lang te bewaren. Naarmate de prijs stijgt, klimt vaak ook de complexiteit, de finesse én het bewaarpotentieel van de cuvée.