Wijntip: de roze (r)evolutie, 4 trends bij de roséwijnen
Trend 1: lichtroze
Het oogt misschien raar, maar niet elke rosé is tegenwoordig even gewild bij het grote publiek. Terwijl de ‘kenners’ zweren bij de bijna fonkelend rode rosé, vaak van stevige druivensoorten als Syrah of Pinotage, vertellen steeds meer wijnimporteurs én producenten me dat de doorsnee-consument eerder valt voor de meer zalm- of uienpelroze exemplaren. Met andere woorden: de lichter gekleurde versies. Blijkbaar beschouwen veel mensen een té felrode rosé als een mislukte rode wijn. Let wel, lichtroze heeft schijnbaar ook zijn grenzen, want als de rosé teveel neigt naar een ‘vin gris’ – met een grijs, parelmoeren, nauwelijks roze tint - , dan haken opnieuw weer consumenten af. Mijn persoonlijke tip: trek u niets aan van dit kleurenpallet. In elk koloriet rosé heb ik zowel betrouwbare als blunderende wijnen geproefd.
Trend 2: onzoet
Die evolutie is al een tijdje aan de gang, maar lijkt nu écht de norm. Waar tot voor enkele jaren nog steeds half/lichtzoete rosé werd verkocht – nochtans een generatie geleden nog dé dominante smaak in dit genre -, krijg ik tegenwoordig vrijwel geen suikerig onding meer in het glas. Vrijwel elke rosé speelt nu veel meer op én fruit, én vooral fraîcheur, en bezit een citrusfrisse toets. Dat is absoluut een vooruitgang. Alleen jammer dat er tussen het aanbod nog altijd geoxideerde (lees: te oude of slechtgemaakte), te bittere, te zoethouterige of te zure flessen opduiken. Maar als professional bevestig ik het graag: de gemiddelde rosé anno 2015 is stukken vakkundiger gemaakt en prettiger om te drinken dan zijn voorzaten uit pakweg 1995.
Trend 3: Frans
Wat eigenlijk de voorbije decennia nog niet veranderd is, is de hegemonie van Frankrijk op onze Belgische rosé-markt. Natuurlijk – én gelukkig maar! – zijn er ondertussen steeds meer Bulgaarse, Italiaanse, Spaanse, Kaapse, Duitse, Portugese, Chileense,… rosé’s opgedoken, die vaak ook nieuwe druivenvariëteiten toevoegen aan het gekende repertoire en veel Franse collega’s overklassen. Maar voorlopig kunnen ze qua marktaandeel niet tippen aan Frankrijk, want de consument blijft loyaal aan onze zuiderburen.
En eigenlijk moet ik mezelf corrigeren, want het Franse rosé-monopolie draait vooral rond Zuid-Frankrijk, want daar wordt het leeuwendeel van de rosé gemaakt die wij hier drinken. Met de Provence op kop, nog steeds de grootste roséproducent op wereldniveau. Maar liefst 90% van alle daar geproduceerde wijn is roze qua kleur, goed voor circa 185 miljoen verkochte flessen per oogst. Andere Franse gebieden met een sterke rosé-traditie onder appellatie zijn de Loirevallei (18% van de jaarproductie), de Rhône-vallei (12 %), de Bordelais (10 %) en de Languedoc-Roussillon (9 %). Het zullen vooral rosé’s uit deze regio’s zijn die u straks op tafel krijgt, alhoewel ook in andere streken, zoals Corsica of le Sud-Ouest, vaak voortreffelijke rosé wordt gebotteld.
Trend 4: mengrosé
Als u straks weer op een terrasje zit en zin hebt in een glas pittige rosé, of u staat te twijfelen voor het wijnrek in de supermarkt/wijnhandel, experimenteer dan zeker eens met een rosé onder het generalistische etiket ‘Vin de France’. Deze koepelbenaming geeft de wijnmaker namelijk veel meer vrijheidsgraden dan zijn collega’s die binnen een klassiek afgebakende appellatie werken. Zo mogen ze zelfs druivenmateriaal mengen uit diverse regio’s. De blender kan dan spelen met de rijpheid en kwaliteit van de druiven/most uit meerdere wijngebieden, waardoor hij de eventuele mankementen uit één gebied kan compenseren via druiven uit een andere streek. Uiteraard zijn dit niet de rosé’s voor consumenten die hengelen naar ‘authenticiteit’ of ‘terroir’. Maar de kans dat het roze eindproduct onder ‘Vin de France’ een complete sisser in uw glas is, wordt wel een stuk kleiner.