Pompoen van doen!
Deze laatste drie zijn trouwens familie. Ergens had ik een vermoeden. Ze hebben hun rankende groeiwijze en verschillende vormen gemeen. De pompoenplant vind ik het meest heerlijk overweldigend. Met haar grote bladeren en prachtige oranje bloemen overwoekert ze kronkelend de vruchtbare grond. Subtiel en stijlvol neemt ze haar plaats in, bijna vrouwelijk.
Tot er tussen het gebladerte een reuzenpompoen opduikt. Weg stijl, adios smaak. Gelukkig is de reuzenpompoenenkweek wat voorbijgestreefd. In de goede handen van biologische telers is de kweek geëvolueerd naar pompoenrassen met kleinere vruchten. Deze slorpen minder water op maar des te meer suikers, vitaminen en mineralen in het belang van De Goede Smaak!
De meeste pompoenrassen ontwikkelen pas hun volle smaak tegen eind september. Nu dus. Oogst, deelt en eet hiervan gij allen! Hak alle mogelijke variëteiten in de pan, maar let wel op want de ene pompoen is heus de andere niet.
Zoete hokkaido
De kleine, knaloranje Hokkaido is het meest geteelde en smaakvolste pompoenras. Een kleine en fijne soort die in 1957 als zaad in de koffer van een Japanse professor in Europa landde. We kregen het zaadje cadeau onder de voorwaarde dat we de pompoensoort zouden noemen naar het noordelijk gelegen Japanse eiland Hokkaido.
In de zijzakjes van de koffer, verschansten zich nog twee andere Hokkaidovarianten: de blauwgrijze Blue Ballet en donkergroene Sweet Mama. Van de Blue Ballet ben ik vooroordeelsgewijs niet meteen fan. Hij ziet er te bleekjes uit om in mijn potten te mogen belanden. De Sweet Mama geeft - eens open gesneden - een fantastisch contrast tussen diepgroene schil en goudgeel vruchtvlees. En wat nog een echte meevaller is: je hoeft de Hokkaido’s lekker niet te schillen!
Foto: de Blue Ballet
Foto: de Hokkaido
Butternut
Deze variant is heerlijk zacht en heeft een smeuïge botersmaak waardoor het een echte herfstlekkernij is. Hij lijkt op een grote peer en is zachtgeel van kleur. De schil is hard en niet bedoeld om op te eten. In de oven komt de smaak van de butternut of flespompoen het best tot zijn recht.
Foto: de butternut
Spaghettipompoen
Deze leuke pompoen reisde als zaadje wellicht ook mee met de hokkaido, want hij komt ook uit Japan overgevlogen. Eenmaal gekookt valt het vruchtvlees in spaghettiachtige draden uiteen. Deze zijn een perfect caloriearm en glutenvrij alternatief voor pasta.
Foto: de spaghettipompoen
Patisson
Patissons zijn wit, geel of groen van kleur. Door hun ronde vorm met gekarteld randje worden deze pompoenen ook keizers- of bisschopsmutsen genoemd. Ze zijn ideaal om uit te lepelen en te vullen met soep. Al kan je ze uiteraard ook schillen en het stevige vruchtvlees gebruiken in allerlei bereidingen.
Een goeie rijpe pompoen heb je van september tot in het voorjaar van doen. Verse pompoenen leg je op kamertemperatuur op een droge plaats. Een aangesneden pompoen blijft nog een week lang goed. Verwijder na het aansnijden de pitten, leg – indien nog mogelijk - de twee lege helften tegen elkaar en stop hem in de koelkast. Zo kan jouw pompoengeluk tijdens deze laatste nazomerdagen, op miezerige herfstdagen én op vrieskoude winteravonden zeker niet op. Met deze recepten heb je zelfs pompoen van doen van aan het ontbijt tot aan het dessert!
Foto: de patisson
Inspiratie?
1. Ontbijtmuffins met pompoen, veenbessen en kaneel met banaanpompoensmoothie
2. Pompoensoep met geitenkaas en dille
Veggietip: kippenbouillon wijzigigen in groentebouillon
Veggietip: kippenbouillon wijzigigen in groentebouillon. Ga voor een veggieworstje.
5. Groentestoofpotje met veggie nuggets